Maurits van de Laar
Ingepakt; zondag 15 oktober 2017, 11.00 uur
Overhandigd aan bezorger (Kinke Kooi); 15 oktober 21.00 uur
Bezorgd (Maurits van de Laar); vrijdag 20 oktober 11.00 uur
Opgehaald; vrijdag 22 december 10.00 uur
Op de foto’s; Nour Eddine Jarram, aqaurel met als titel;‘mijn galerist Maurits van de Laar’ en een foto van één van de ‘treasures’ van Damien Hirst, Venetië 2017.
Kinke kwam met het idee om Maurits van de Laar te betrekken bij ‘Close Encounters’. We hebben samen een werkje voor hem uitgekozen, waarop een gouden tube staat afgebeeld, een tube ooit gemaakt door juweliershuis Fabergé.
Kinke maakt telefonisch een afspraak met de mededeling dat ze ‘iets’ komt brengen. Zij kent Maurits, net als ik, alleen oppervlakkig. Maurits kent mijn werk wel van vooral beurzen, soms stond hij in de buurt van Galerie van Kranendonk die mijn werk een tijd lang heeft vertegenwoordigd. Tijdens haar bezoek in de galerie heeft Kinke verteld over mijn project. Zij is erbij gebleven toen het werkje werd opgehangen. Later vertelde ze mij dat het leuk was geweest en dat Maurits enthousiast had gereageerd. Per mail kreeg ik zijn eerste reactie; “..wat een leuk project ben je gestart. Ik heb je schilderijtje in mijn galerie pantry gehangen tussen alle parafernalia en souvenirs van beurzen, tentoonstellingen en speciale werkjes van kunstenaars van de galerie. Ik denk dat je zo’n plek nog niet hebt in je Close Encounters. In attachment twee foto’s van het werk in situ, je ziet ik houd het werkje scherp in het oog !”
Maurits van de Laar is al ruim 25 jaar galeriehouder, als kind had hij ontdekkingsreiziger of archeoloog willen worden maar hij studeerde kunstgeschiedenis en werd als het ware ontdekker van talent in de kunst.
Als galeriehouder vind ik dat hij een belangrijke positie inneemt binnen Nederland; hij speelt lang niet altijd op safe, kiest ook voor moeilijk verkoopbaar werk en gaat met zijn presentaties vaak het experiment aan.
Als galeriehouder en als kunstenaar zit je vaak in een zelfde positie als het op geld verdienen aankomt. Daarbij wordt de markt steeds commerciëler. Pas je je daarbij aan of zoek je andere mogelijkheden om je werk te presenteren? Zelf ben ik sinds mijn afstuderen nauw betrokken bij verschillende kunstenaarsinitiatieven, tegenwoordig bij Code Rood in Arnhem. Wel had ik lange tijd een vaste galerie; van Kranendonk, die in de loop van de tijd steeds meer fotografen is gaan vertegenwoordigen, als schilder ben ik langzaam uit zijn stal verdwenen. Ik ben zowel blijven organiseren als exposeren met eigen werk binnen kunstenaarsinitiatieven met af en toe een presentatie bij een galerie. Bij mijn project; ‘Close Encounters’ vertegenwoordig ik in één en dezelfde persoon de kunstenaar en de organisator.
Van de zomer bezocht ik de veelbesproken expositie van Damien Hirst in Venetië: ‘Treasures from the Wreck of the Unbelievable’. Ik had niet gedacht dat ik zo onder de indruk en tegelijkertijd in verwarring zou zijn. Zijn presentatie was gigantisch indrukwekkend en over de top commercieel; perfecte en groots uitgevoerde werken. Je afvragen of je het mooi of lelijk vond was niet relevant. Onherroepelijk werd je verleid en je ontkwam er niet aan om de Biënnale, die ik hiervoor had bekeken, in een ander licht te gaan zien. Daar waren juist geen grote namen; het grote gebaar ontbrak. Ik vond het super dat er voor het eerst in de geschiedenis zoveel vrouwelijke kunstenaars te zien waren, veel intiem persoonlijk werk en sociaal geëngageerde projecten. Je moest wel moeite doen om pareltjes te ontdekken tussen de vele bezoekers en de hoeveelheid werk dat zich niet altijd makkelijk prijs gaf. Jammer genoeg moet ik toegeven dat er visueel weinig van het werk bij mij is blijven hangen, in tegenstelling tot de expositie van Damien Hirst, die in mijn geheugen gegrift staat. Pas veel later verscheen er een artikel in het NRC van Ilja Leonard Pfeijffer, een schrijver die, naar eigen zegge, ook graag groots en meeslepend te werk wil gaan. Over de expositie van Hirst in Venetië schreef hij o.a.; ‘De tentoonstelling biedt een onvergetelijk avontuur dat prangende vragen opdringt aan de bezoeker en is in al zijn machtsvertoon tegelijk een reusachtige opgestoken middelvinger tegen alle collegaatjes die zich kunstenaars wanen op de Biënnale’, einde citaat.
Wordt het geen tijd om‘collegaatje’ Ilja Leonard Pfeijffer een werkje te sturen? Bijvoorbeeld een nageschilderde Damien Hirst? Kunnen we het er samen nog eens over hebben en of die middelvinger ook naar mij wordt opgestoken.